Los je problemen van de hardloper op?

21 november 2016

Als coach heb je een aura dat je mensen naar een overwinning leidt. Het liefst veel, en alleen maar gouden plakken. Natuurlijk ben je die coach die voortdurend kijkt of je nog betere resultaten kunt behalen. Dat is maar een eenzijdig beeld. Je skills als trainer zijn breder want meestal kijk je naar oplossingen. Stel daarbij 2 essentiële vragen.

Hardlopen is geen schuine lijn omhoog

Als je een grafiek uitzet zou de ideale hardloper in een voortdurende schuine lijn omhoog ontwikkelen. Tot zover dat hij of zij alle concurrentie eruit loopt. De waarheid is natuurlijk anders. De wet van supercompensatie door trainen blijft snel steken. In hardlopen komen blessures vaak voor. Menig recreatief hardloper moet je helpen met problemen door overbelasting.

Ook andere problemen zoals verlies van motivatie komen op. Dan is het hameren op succes een lastige weg om vol te houden. Eerst moet er een oplossing komen van de problemen. Als coach kun je die problemen niet oplossen maar wel aangeven.

De moed van de trainer

Het mooie van coaching; hier ontrafel je alle geheimen van je lopers en hun mogelijkheden. Een trainerswaarheid: je kunt hun problemen niet oplossen, dat mogen ze zelf doen. Het vergt moed van trainer en loper om de waarheid op tafel te krijgen en een periode van tegenslag door te gaan.

In deze periode kom je 2 essentiële vragen tegen. En wie de vraag stelt, krijgt hopelijk een inspirerend antwoord.

1. Waarom ging het goed?
Altijd een pijnlijke vraag. Net in de periode dat alles tegen lijkt te zitten, vragen waarom eerder alles goed ging. Waarom zat je in die stijgende lijn en hoe kwam dat?

Dat is niet makkelijk want de hardloper zit in een dip en wil liever stilstaan bij zijn probleem dan die zoete historie omhoog halen toen alles goed ging. Toch moet je dit doen. Ten eerste omdat mogelijk in kleinere mate het probleem al eerder speelde en toen een manier is gevonden om er mee om te gaan. Ten tweede kan succes uit het verleden weer beleefd worden en dat werkt bij sommige lopers inspirerend.

Een hardloper is geen machine. Dan had hij geen trainer nodig. Dit vat vol emoties werkt in een dip tegen de hardloper. Houd rekening met de gevoelens. Door gevoel aan te pakken kun je in ieder geval weer het vertrouwen in trainingen herstellen.

2. Hoe werk je naar de toekomst?
Veel trainers stellen deze vraag meteen. Logisch maar niet terecht. Bij gevoelens, vraag 1, moet je zeker stilstaan anders breek je de barrière tot een nieuwe ontwikkeling niet af. Dan zit een terugval er eerder in dan als je vraag 1 niét stelt.

Als trainer is vraag 2 de leukste. Dat is samen onderzoeken hoe je de weg omhoog vindt. Als je deze vraag niet interessant vindt, was je waarschijnlijk geen trainer geworden. Jij en je hardloper denken al snel de cijfers; tijd x op afstand y. Het liefst sneller dan voor de dip. Cijfers zijn koud, beleving is warm. Ga in op hoe hardlopers zich dan voelen en wat zij ervaren tijdens de vele uren trainingsarbeid.

Wat hardlopen en daarmee het vak van de hardlooptrainer zo lastig maakt is dat positieve veranderingen langzaam gaan. Logisch dat sportcoaches spreken over baby steps.

Praktische vragen die horen bij het gewenste toekomstbeeld:
  • “Wat bepaalt voor ons dat het goed gaat?” (denk aan meten kleine stapjes)
  • “Hoe wil je de komende week/maand/halfjaar doorgaan?” (hang een tijdsduur aan de kleine stapjes)
  • “Hoe ziet je situatie eruit als je voor je gevoel weer helemaal hersteld bent?” (gevoel hoort bij de cijfers over afstanden en tijden)
  • “Als we de eerste kleine positieve stapjes maken, wat versterkt de focus later?” (achterhaal de motivatie voor na de eerste stapjes in het ontwikkeltraject)
Deel dit artikel