11 augustus 2017 - Trainen en coachen, het is geen gemakkelijke opgave. Je denkt dat alles duidelijk is zodra de training is afgelopen en iedereen naar huis gaat. Meestal voldaan en met een lach die de mond krult. Vaak genoeg zit er een gapend gat tussen wat de trainer vindt en wat de hardlopers mee naar huis nemen.
Signalen oppikken
1. Daar sta je dan voor je loopgroep. Je bent enthousiast, je stelt je helemaal open en toch komt je boodschap niet helemaal over. Daar kun je achter komen. Sport is meer dan in andere vormen van communicatie body language. Houdingen, blikken en gebaren zeggen meer dan jouw uitleg van een kwartier over techniek en opdrachten. Wil je beter worden in hoe je jouw boodschap overbrengt? Kijk nog scherper naar de lichaamstaal want daarin zit het antwoord verborgen. Hoe beter je je lopers leert kennen hoe makkelijker je die lichaamstaal herkent. Dan zie je of ze het begrijpen of dat je je boodschap opnieuw moet verpakken.
De coach weet wat hij wil…
2. Dan kom je bij het punt dat je in je hoofd al heel snel bij kleine veranderingen nieuwe opdrachten bedenkt voor je groep. Je ziet het grote plaatje. Jij weet wat je per training wil veranderen. Of zelfs binnen deze training voor het volgende blok. Dan treedt er een behoorlijk gat op tussen jou en de groep. Blijf je praten over taken, dan worden die zeker uitgevoerd. Mensen zijn slim en kunnen jouw werk veel lichter maken als ze weten waar je het voor doet. Hoe specifieker je het resultaat neerzet, hoe makkelijker het wordt. Doe je lunges voor souplesse of wil je juist spieren versterken? Een groot verschil. Als de loper de taak weet en ook wat je wil bereiken zal de intentie van de oefening flink verschuiven. Waarschijnlijk het resultaat ook want dat zal sneller worden bereikt.
Hé trainer, wat doen we nu?
3. Hoe bereik je het doel? Als trainer kun je wel eens in heel veel uitleg verzanden. Mensen houden het geen 10 minuten vol om naar een monoloog te luisteren. Aan het einde zullen ze in Hollandse nuchterheid aan je vragen: “Oke, wat doen we dan nu? Een sporter staat daar voor de actie. De afweging laat hij meer over aan de deskundigheid van de trainer. Je kunt zelden een doel bereiken binnen één training. Wil je coördinatie verbeteren? Dan zal dat binnen het komende half jaar aan hardlooptrainingen een klein programma aan oefeningen vragen. Herhaal per training waarom je coördinatie wil verbeteren en geef de oefeningen door. Veel hardlopers vinden het ook prettig als je er een tijdspad bij noemt. “In de komende 10 minuten gaan we 2 oefeningen doen voor onze coördinatie. De verbetering van de coördinatie is belangrijk voor onze groep omdat… . Dat lukt met oefening 1 en 2.”
Meten is progressie
4. Meetbaar. Wil je tussendoelen zoals coördinatie aanpakken, blijf dan niet bij taken, tijdspad en het waarom hangen. Idealiter maak je die verbetering van de coördinatie meetbaar. Hoe klein ook, het is voor de loper een zichtbare progressie. Het wordt voor een hardlooptrainer nog interessanter als je dat tussendoel ook kunt koppelen aan een groter doel, zoals sneller worden of het duurvermogen vergroten.
Jouw inzet is signaal van prioriteit
5. Maak je inzet duidelijk. Mensen veranderen is lastig. Laat dat nu net het vak van een trainer en coach zijn. Plan je iets standaard iedere week in dan wordt het al snel als een normale taak gezien. Eigenlijk vraag je meer van de hardloper of atleet. Die verandering is niet normaal, het is een ongewone taak maar die kan tot een verbetering op de lange termijn leiden. Dan zal je als trainer ook zelf moeten laten zien aan de groep dat je dit belangrijk vindt. Plan het in maar ook:
- Vraag extra naar dit onderwerp bij het einde van de training
- Stuur een artikel door naar je groep over dit onderwerp
- Vraag een atleet die goed is om kort te vertellen waarom het bij hem of haar zo goed uitpakt
- Hardlopers zijn scherp aan het begin van een training. Vertel belangrijke onderwerpen aan het begin.
- Weer terug bij het begin, let op de signalen van de groep. Een verandering kost minimaal meerdere maanden.