Advies Gezondheidsraad: 150 minuten matig intensief bewegen. 7 trends voor trainers

23 augustus 2017

23 augustus 2017 - De Gezondheidsraad kwam dinsdag 22 augustus met een nieuwe richtlijn uit voor bewegen. De minimumnorm van 150 minuten in de week is laag gesteld om zoveel mogelijk mensen aan het bewegen te krijgen. De richtlijn biedt werk voor hardlooptrainers. De consument vraagt mogelijk vaker lichtere trainingsprogramma’s. Dit is omgezet naar 7 trends waarom je als trainer waarschijnlijk meer werk krijgt.

150 minuten in de week

In de meeste media verschenen meteen berichten dat je niet veel hoeft te doen. Het trainingspak zou thuis kunnen blijven. De Gezondheidsraad meldt in zijn berichten dat de 150 minuten matig intensief bewegen in de week en 60 minuten per dag voor kinderen een minimum is. Het eerste advies geeft toch een ander beeld: “Bewegen is goed, meer bewegen is beter.” Een advies dat al veel hardlooptrainers toepassen in hun werk is nu ook genoteerd door de raad: “Doe minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten, voor ouderen gecombineerd met balansoefeningen.”

Matig intensief: groot gezondheidsvoordeel

Bij matig intensief, zoals rustig fietsen en wandelen, wordt een groot gezondheidsvoordeel verwacht. Dat deel is ook al bewezen in eerdere onderzoeken. Vervolgens bij intensief bewegen wordt nog een extra gezondheidsvoordeel verwacht. Onder intensief bewegen wordt ook hardlopen geplaatst blijkt uit het rapport van de Gezondheidsraad.

De Gezondheidsraad geeft alleen maar advies en heeft geen middelen of taken om de adviezen te realiseren. Vaak worden deze adviezen door de politiek gebruikt. De achtergrond van de zoektocht naar advies over bewegen is de verwarring over de norm voor bewegen. Nu wordt in Nederland met drie normen gewerkt waarvan de bekendste is dat je per dag een 30-tal minuten matig tot intensief moet bewegen.

Dan wordt er toch lichtjes ingeleverd op de oude Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) waarbij je als volwassene minimaal 6 dagen in de week 30 minuten per dag matig intensief actief zou moeten zijn.

Extra werk voor de trainer

Het antwoord is nu aan de minister van VWS en sportorganisaties hoe de nieuw te vormen norm echt uitpakt. Het kan voor hardlooptrainers extra werk bieden. Een paar trends die kunnen ontstaan:

Mogelijke trends uit de nieuwe norm

Je krijgt meer mensen bij je trainingen omdat:

  • 66% van de Nederlanders ouder dan 18 jaar de norm van 150 minuten in de week niet haalt.
  • De norm is laagdrempelig om veel meer mensen aan het bewegen te krijgen. Afhankelijk van campagnes en acties komen meer mensen bij je trainen.
  • In de afgelopen jaren zagen we een trend dat al actieve hardlopers meer kilometers maken. Dit is onder meer te zien in de enorme populariteit van de halve marathon. Daarnaast zie je de opkomst van trail running dat ook over langere afstanden plaatsvindt. Met een nieuwe beweegnorm komen waarschijnlijk meer mensen naar je toe die vragen om lichtere programma’s.
  • Trainers kunnen een grote rol spelen om het percentage mensen dat matig intensief beweegt omhoog te brengen.
  • De Gezondheidsraad raadt ook spierversterkende oefeningen aan, naast het bewegen dat de conditie stimuleert.
  • In het uitgebreide rapport van de Gezondheidsraad wordt een trainingsfrequentie van 3 keer in de week gemeld voor de spier- en botversterkende oefeningen. Een trainingsduur of frequentie voor het conditionele deel wordt niet gemeld. Daarbij staat dat langer of vaker bewegen een groter gezondheidsvoordeel oplevert.
  • In het rapport, niet in de samenvatting, staat wel weer het advies om minstens één uur per dag te besteden aan matig intensief bewegen. Dat is meer dan de oude NNGB.

Foto: Shutterstock

Deel dit artikel