Marathontips voor trainers

13 oktober 2017

12 oktober 2017 - Bij hardloopclubs heb je ieder jaar een grote groep die de uitdaging van een marathon aangaat. Als trainer wil je hen stimuleren om de marathon verstandig te lopen. Het wordt meestal een mix tussen een goed tempo dat past bij de persoon en genoeg herstel om over een lange periode fit te blijven. 5 tips die een trainer kan toepassen.

1. Herstel is sleutelwoord maar uit een ander perspectief
Bijna iedereen met genoeg motivatie en trainingskilometers kan een marathon lopen. De sfeer binnen de vereniging zorgt voor kleine wonderen. Hardlopers blijken meer te kunnen dan ze dachten. Bij een trainingsplan wordt meestal gekeken naar het herstel na één training. Met name hardlopers kijken op die manier naar trainingen. Als trainer waak je over het herstel van de volledige trainingsperiode naar de marathon, plus de herstelperiode na de marathon. Dat is een heel andere blik op de trainingsperiode.

Met een langetermijnvisie ben je als trainer beter in staat de grenzen van de hardloper te bewaken. Overtraining gebeurt al snel in de weken waarin veel duurlopen worden gepland. Om het veilig te houden kun je als trainer extra rustdagen en herstelloopjes aangeven. Als trainer heb je een grote invloed hoe iemand 6 tot 4 maanden lang goed en gezond traint. Je hebt meer kennis, ervaring en een groter perspectief op trainen. Gebruik die inzichten.

2. Je zit niet vastgespijkerd aan je tempo
Een trainingsprogramma op papier, of online, wordt voor hardlopers opeens een wet. Daar moet je je aan houden. Blijkbaar zit er het beeld bij dat alleen die manier van trainen klopt. Bij de afstanden staan ook tijden. Die tijden willen lopers perse halen. Dat kan funest zijn voor het eerste deel, het herstel.

Het lichaam is geen machine. Dat weet je als trainer. Hardlopers reageren bijvoorbeeld in ochtendtrainingen heel anders dan in avondtrainingen. Stress overdag speelt een rol in de prestaties tijdens een avondtraining. Dan blijken de richttijden in het trainingsprogramma opeens onhaalbaar. Op goede dagen lijkt er niets aan de hand en pakt de loper de richttijden fluitend in. Strikje om dat cadeautje en het succes op de marathon lijkt bezegeld.

De waarheid is inderdaad, het zijn richttijden. Soms zit een hardloper erboven en soms gaat alles super en zit hij eronder. Geef als trainer aan dat je meebeweegt bij wat een hardloper nodig heeft. Een bandbreedte sluit beter aan bij verantwoord trainen en herstellen dan alleen maar juichen bij de beste tijden.

3. Na startperiode moedig consequent trainen aan
Is de marathon gewoon een wens of wordt het realiteit? Niet alle hardlopers beseffen wat er nodig is om verantwoord de 42 kilometer te lopen. Na ongeveer een maand na de start van het trainingsprogramma voor de marathon weet je wie echt gemotiveerd is. Dan breekt er een lastige tijd aan. Het programma wordt intensiever, meer kilometers en nu komt het aan op consequent trainen.

Dat valt nog niet mee, week in week uit goed het trainingsprogramma volgen. Het vergt toewijding, dat is veel meer dan gemotiveerd hardlopen. Bekijk als trainer hoe je je lopers consequent kunt laten trainen. Voor de een is het die medaille die wacht bij de finish. Voor de ander is het gezellig trainen met de groep. Iedereen heeft zijn eigen ‘klik’ met dat einddoel, de marathon. Zoek de ‘kliks’ en pas die toe.

4. Geef vertrouwen
Zit je in de periode van de laatste 6 weken voor het startschot van de marathon? Lopers beginnen wel eens te twijfelen. Misschien omdat ze een paar trainingen hebben gemist. Of het zat een aantal trainingen tegen. Zorg dat je als trainer je vertrouwen aan deze wedstrijd geeft. Het werkt als een vangnet. Zeker als je ziet dat een loper genoeg trainingskilometers heeft gemaakt, kun je vaker laten merken dat je vertrouwen hebt in die wedstrijd. Als jij het vertrouwen laat blijken verander je ook voor een deel de mindset van de loper. Als de hardloper steeds meer het geloof in eigen kunnen laat groeien neemt ook het comfort in de trainingen toe. Ook als er hard getraind wordt, bijvoorbeeld stevige intervaltrainingen, zal het besef ‘dat kan ik aan’ groter worden. Dat comfort helpt zeker bij de laatste trainingsweken naar de marathon.

5. Marathon blijft onvoorspelbaar
Je hebt gewerkt aan herstel, verantwoorde progressie in tempo, consequent trainen en vertrouwen. Helaas, de marathon is onvoorspelbaar. Wees eerlijk, een geweldige trainer en een getalenteerde hardloper die samen hard werken naar de marathon geeft nog geen garantie op een goed resultaat. Veel lopers vinden het daarom ook spannend om te zien hoe de wedstrijddag dan uitpakt. De een ervaart dat als een nadeel, de ander als een voordeel.

Foto: Shutterstock.

Deel dit artikel