
10 februari 2018 - Een trainer neigt naar een eenrichtingsverkeer met de hardlopers. Misschien maak je te weinig tijd vrij om de rollen om te draaien. Het gaat niet alleen om de doelen die je stelt voor de atleten maar ook wat jij eruit haalt. Dat kan voor jou en de hardloper het proces verbeteren.
De rol van een trainer is idealiter een duaal systeem. Je geeft maar je ontvangt ook veel. Het is niet alleen het uitdelen van schema’s, doelen, tips of bestraffende donderspeeches. Je hebt zelf ook verwachtingen bij je mensen. Zeker als belangrijke evenementen er aankomen, stijgt ook bij jou als trainer de spanning. Tenslotte speel je een grote rol in hoe die wedstrijd verloopt. Je bent geen neutrale kijker, je hebt veel invloed op het proces. Net de komende Winterspelen vormen inspiratie om in te gaan op die rol.
Test drie kilometer
Zit je in de opbouw van een belangrijke wedstrijd, of een serie van wedstrijden, dan wil je weten hoe het er voor staat met de atleet. Schaatser Jan Blokhuijsen testte zich afgelopen week even op het ijs met een 3 kilometer. De schaatser heeft griep gehad, het virus bleef wekenlang actief. Eventjes was hij ook bang voor een longontsteking. Aanstaande zondag is de 5 kilometer, één van de twee onderdelen waar hij aan meedoet tijdens de Olympische Winterspelen. De 3 kilometer was nodig: A) voor de tussentijden en eindtijd en B) het gevoel over de vorm.
Sleutelmomenten
Een test kan echt een sleutelmoment zijn voor een sporter. De timing is goed, ook al heeft Blokhuijsen al weken te lijden onder het virus. Als trainer kies je een testmoment nét voor een belangrijke wedstrijd. Je simuleert daarbij de wedstrijdomstandigheden. De intensiteit ligt dicht tegen het niveau van de wedstrijdinspanning aan. Toch ben je als trainer voorzichtig en maak je de test niet té lang. In het geval van Blokhuijsen geen 5 maar 3 kilometer. Je wil niet dat de test te lang herstel nodig heeft. De vermoeide benen zouden zelfs kunnen aanhouden tot die belangrijke wedstrijd.
Van communicatie naar innovatie
Die test is een mooi moment om het tweerichtingsverkeer op te pakken. Ten eerste stel je samen een strategie op voor de wedstrijd. Met wat je uit de test hebt gezien plus je gegevens van de afgelopen trainingsweken bespreek je de wedstrijd. Hoe start je? Waar zijn er kansen? Hoe zal het verloop gaan? En als er directe concurrenten zijn, hoe zien de hardloper en jij het scenario van de wedstrijd? Geef daarbij als trainer aan waar je kansen ziet, maar ook of je hardloper juist wat zuiniger moet zijn onder omstandigheden. Je helpt met tips en adviezen bovenop de scenario’s die mogelijk spelen. Het is ook aan jou als trainer om jouw verwachtingen duidelijk te maken. Niet alleen het scenario geven maar ook het gevoel wat jij bij deze wedstrijd of training hebt. Wat verwacht je van het proces maar ook van het resultaat? Niet alleen geven maar ook de sporter duidelijk maken hoe jij er in gaat. Tenslotte betekent de ontwikkeling van een sporter ook een ontwikkeling voor jou. Dat vergeten we wel eens. Dit twee richtingenverkeer kan er voor zorgen dat innovatie en een echte shift ontstaat. Opeens zien jullie dat bijvoorbeeld een routineuze wedstrijd in het voorseizoen eigenlijk niet past bij deze hardloper. Of dat je echt met andere trainingsmateriaal moet werken. Vaak is de relatie tussen hardloper en trainer op een gewone dag ook een die gewoon doorgaat. In de aanloop naar een grote wedstrijd met daarbij een testmoment kan de relatie veel scherper worden. Dat is niet negatief maar juist positief. Aan beide kanten ontstaat een helder beeld omdat de spanning meehelpt aan sprongen in het denken. Vlak voor, tijdens en na een grote wedstrijd kan wel eens duidelijk worden waar de shift echt nodig is. Dat is helemaal niet erg want veel trainers zijn naast echte mensen-mensen ook in voor ontwikkelingen. Je wil als trainer graag onderzoeken zonder de bewezen trainingstechnieken achter te laten. Een verbetering in de relatie kan leiden tot innovatie voor jullie beiden.