
3 mei 2018 – Als trainer heb je vast in je omgeving een aantal talenten rondlopen. Of ze nu jong zijn en aan het begin van een hardloopcarrière of ouder en excellent in hun leeftijdsklasse, talent duikt altijd op. Voor talenten die hoog willen scoren geldt dat ze stevig in hun schoenen moeten staan. De coach kan daarbij soms heel irritant zijn.
Andere kant medaille: trainer is er als het teveel wordt
Met talenten ga je een intensiever traject in dan met andere hardlopers. Je stelt als trainer vaak hoge doelen, soms wel eens hoger dan haalbaar. Bij de juiste mentale instelling kan dat goed werken. Reken er op dat talenten er vol voor gaan. Alles wordt gedaan om die doelen te behalen. Winst of verlies maakt daarbij ook heftige emoties los. Als je als trainer vol gaat voor enkele talenten dan is het proces stevig want er wordt hard gewerkt en soms ook wat tranen gelaten. Terwijl heel veel trainers goed zijn in het motiveren, de lopers nog wat verder over een grens duwen, is het goed om te realiseren dat de medaille nog een andere kant heeft. Talenten kunnen helemaal leven in de bubbel van het doel. Het wordt overweldigend en alles moet er voor wijken. Kun je dan als trainer echt ondersteuning geven als die mentale cocktail té sterk wordt? Je wil niet alleen verder kunnen gaan met doelen maar er ook zijn als de stress van trainen en presteren teveel wordt.
Goud waard: ruimte voor ontwikkeling zonder druk
Talenten realiseren zich wel in het proces van alle trainingen dat het uiteindelijk om presteren gaat. Hoe mooi de weg ook is om bijzondere doelen te bereiken, uiteindelijk kijkt de wereld naar tijden en medailles. Veel hardlopers gedijen beter als niet vanaf het begin de druk hoog is. Vrijheid en veel ruimte om te ontwikkelen levert een rustig stabieler trainingsbeeld dan bij iedere pas maar de nadruk leggen op presteren. Talenten zijn vaak van zichzelf al goed gemotiveerd. Je hoeft hen niet meteen te pushen. Geef ze de ruimte om in de trainingscycli zichzelf goed te leren kennen. Iedere atleet reageert anders op jouw schema's en adviezen. Dat maakt het trainersvak ook bijzonder. Binnen cycli kun je periodes aangeven waarbij het presteren minder overheersend is. Als je klassiek lineair traint, met een periode van basis, periode op competitieniveau en de piekfase, is er vooral in de eerste helft ruimte voor het minder druk leggen op presteren.
Ben je motivator of stoorzender?
Binnen het proces ben je als coach een sturende factor maar je kan ook de stoorzender zijn. Hardlopers zien vaak jou als de man of vrouw die scherpe doelen zet. Of jij bent het die altijd maar de druk opvoert. Als coach zie je het als logisch concept dat jullie er samen voor staan maar onder druk kan dat voor een hardloper heel anders aanvoelen. Atleten moeten ook met jou goed kunnen omgaan en niet alleen maar met snelheid x per kilometer en doel y voor de komende drie maanden. Jouw uitspraken en grillen, in de ogen van de hardloper, bepalen hoe zij zich als talent voelen. Kunnen je hardlopers jou aan?
Opdracht: omgeving en mentale houding meetbaar maken
Als je als trainer vindt dat talenten tegen druk moeten kunnen en dat ze hoge doelen moeten kunnen halen, beschrijf dan voor jezelf wat daar voor omgeving en voor mentale houding bij hoort. Omdat deze factoren voor ieder talent anders uitpakken, vraagt deze omschrijving om maatwerk. Een lastige opdracht voor een trainer maar je krijgt er wel meetbare trainingsfactoren mee in plaats van koel gestelde doelen. Dan kun je echt werken aan kennis, vaardigheden en ontwikkeling zodat die doelen haalbaar worden.
Trainer maakt het ecosysteem
De positieve omgeving en de mentale ontwikkeling bij talenten zorgen er voor dat ze hun maximale potentieel bereiken. Aan de trainer de taak om dat ecosysteem van harde faciliteiten en zachte menselijke vaardigheden zo goed mogelijk op te zetten.