Coach de faalangst weg (9 tips)

16 maart 2017

Faalangst, het beeld van de sporter die als vastgeklonken bij de start blijft staan. Dat beeld hoort een beetje bij de topsporter. Logisch want daar zijn de belangen groot want maar één persoon kan die gouden medaille winnen. Voor een trainer is het goed om te beseffen dat bijna alle hardlopers met een vorm van faalangst lopen. Doe er als trainer wat aan: 9 tips.

Breed fenomeen

In de loopgroepen en verenigingen zie je ook heel veel hardlopers met faalangst. Om bijvoorbeeld het niveau te meten van een grote groep wordt een testloopje gehouden. Dat lijkt voor de organiserende trainer een standaard deel van zijn procedure. Lopen, aftikken en klaar zodat de groep netjes naar niveaus verdeeld kan worden. Voor een loper kan dit een meer dan zenuwachtige ervaring zijn. "Hoe doe ik het?", "Wat gebeurt er met mijn tijd of plaats?". Het zijn allemaal vragen  waar de loper mee moet omgaan. In veel sterkere mate zorgen wedstrijden voor gevoelens van angst en twijfel.

Terug naar de trainingssituatie. Hoe pak je als trainer signalen van angst en twijfel op in de trainingen?

Maatregelen bedenken voor individu of groep?

Idealiter bekijk je de problemen op individuele basis. Waar de een nonchalant door lastige trainingsmomenten of testmomenten gaat, staat de ander te trillen. Bij loopgroepen is dit niet altijd mogelijk. Daarom moet je vaak als trainer op zoek naar oplossingen voor groepen.

Tijd toevoegen

Neem extra tijd op tussen de trainingsopdracht en de uitvoering. Je stelt een testmoment voor maar start niet meteen. Laat er even tijd tussen zodat mensen vragen kunnen stellen. De opdracht kan even landen. De antwoorden en de interactie, na die eerste fase, met de trainer nemen vaak de grootste twijfels weg.

Van output naar hardlopen in het moment

Wil je dat lopers niet teveel door spanning worden opgejaagd, verleg de aandacht. Daarbij werkt de focus op het lopen, en niet op het resultaat na afloop, goed. Zoom in op bijvoorbeeld techniek, houding, ritme om de nadruk te leggen op de training zelf. Je kunt het inleiden met een aantal oefeningen zodat je ook fysiek meer op het proces zit.

Je staat er niet alleen voor

Zie je echt lopers met angst? Laat hen weten dat negatieve gevoelens een belangrijke les zijn. Het is de ontwikkeling dat je er mee om kunt gaan. Daarbij kun je laten weten dat als je angst voelt je niet een mindere persoon bent. Je bent juist als bijna iedereen. De hardloper staat er niet alleen voor. Onderzoek door de Amerikaanse National Collegiate Athletic Organisation laat zien dat 31,9% van de adolescenten in de VS te maken heeft met angststoornissen. Bijna 85% van de gecertificeerde atletiektrainers menen dat de verschillende angststoornissen belangrijke onderwerpen zijn.

Het beeld doet veel

Visualiseer. Schets met hardloper het beeld, dus niet in koele cijfers van tijden en afstanden, hoe bijvoorbeeld het parcours verloopt en hoe ze zich daarbij kunnen voelen. Het beeld dat je schetst nemen de lopers in ieder geval bij de startfase mee.

Ademhalen

Een korte ademhalingsoefeningen haalt ook veel spanning weg en geeft rust.

Controle naar beneden

Perfectionisme is dodelijk. Wie van de hardlopers van tevoren alles precies wil weten ontduikt door in details te treden. Alles in één keer goed willen doen, laat heel wat lopers als versteend staan. Leg de nadruk op leren terwijl je bezig bent. Je kan niet alles van tevoren onder controle brengen.

Scenario doornemen

Wat kan er gebeuren? Vraag aan de mensen wat er maximaal kan gebeuren door de zenuwen. Het slechtste scenario. Vaak breng je daarmee hardlopers voorbij de grens van de angst. De uitkomst valt reuze mee en daarmee haal je het grootste deel van de angst weg. Als gaat het niet goed, het is gewoon een stap in de trainingsfase en meer niet. Trainen doe je om op te bouwen, je kunt altijd verder.

Spanningspiek zit in woordkeuze

"Hier draait het om", "dit is een kritiek moment in de trainingsfase", allemaal woorden die de spanning laten opvoeren. Let daarom goed op je woordkeuze zodat spanning niet te hoog wordt. Als trainer heb je met de woordkeuze in de hand of de spanning toeneemt of juist daalt.

Deel dit artikel