Meet een gedragsprobleem in 4 stappen

06 december 2016

Niet alles bij hardlopen gaat op rolletjes. De druk van presteren kan de verhouding tussen trainer en hardloper op zijn kop zetten. Of leden uit je loopgroep krijgen, voor jou gezien, uit het niets ruzie. Daar ben je niet echt voor opgeleid. Een probleem kun je wel herkennen. Hoe meet je het om uit te vinden hoe erg de verstoorde verhouding je trainingen aantast? Een mini cursus in vier stappen.

Verstoorde verhoudingen hebben een grote invloed. Er kan openlijk ruzie ontstaan maar lopers kunnen ook trainingen ontwijken. Daarmee ontsporen je groepen en je contact. En je kunt niet zomaar als in een leslokaal roepen “ga maar de klas uit”.

Stap 1: Tellen

Hier ben je als hardlooptrainer goed in. Gebruik dat. Het is wel een kunst om sensitief naar woorden en lichaamstaal te luisteren. Tel bijvoorbeeld hoe vaak een negatieve opmerking wordt gemaakt. Of hoe vaak iemand afzijdig staat bij de groep. Meten is weten. Als je het aantal keren telt van het gedrag kom je er ook achter hoe ernstig de situatie is. Ook al lijkt die aan de oppervlakte mee te vallen.

Duurt je les 90 minuten, bekijk dan hoe vaak het gedrag per les voorkomt. Die periode kan te lang zijn. Ook omdat je de leden van je groep pas weer enkele dagen of een hele week later ziet. Verkort de periode naar bijvoorbeeld 3 blokken, telkens 30 minuten.

Dit vraagt om multitasking, ondertussen draai je gewoon de training. Je wil de hardlopers die niets met het afwijkende gedrag te maken hebben tenslotte een goede les bieden. Hoe positiever die groep, hoe eerder het afwijkende gedrag zich weer aansluit.

Stap 2: De grens

Waar ligt voor jou de grens. Je kunt het aangeven aan de leden. Is de grens helder dan is het voor een groep ook duidelijk. Dan is het de truc om je grens te bewaken. Het blijft lastig om een grens helder te houden. Vaak duiken excuses op als iemand toch blijft doorgaan. Dat rekt de grens ook weer iets op.

Stap 3 Voor – tijdens – Na

Ontstaat er echt een conflict dan kun je duidelijk vaststellen wat het gedrag voor, tijdens en na het conflict is. Als je dit helder hebt, kun je eerder het waarom van de situatie inschatten. Dat is waardevolle informatie om zeer waarschijnlijk het echte pijnpunt aan te wijzen. Voor de na-fase is het lastige dat je consequenties verbindt aan het vertoonde gedrag. De grens van stap 2 is overschreden. Door Voor, Tijdens en Na in beeld te krijgen, kun je beter bekijken welke consequentie past. Dan is het tijd voor creativiteit. De vraag duikt op: moet je het zoeken in een mate van bestraffen of met een beloning stimuleren naar gewenst gedrag?

Stap 4 Veranderd?

Het grote punt is natuurlijk dat door je strategie van de consequentie het gedrag van de groep of het individu wordt aangepast. Blijf kijken, luisteren of je strategie effect heeft.

Denk na over wat degene met het afwijkende gedrag heeft aan jouw strategie. Past hij daardoor beter in de groep (sociaal), krijgt hij het materiaal dat hij nodig heeft (fysiek), of contact binnen de training (zintuigelijk). Daarmee heb je meerdere instrumenten in handen om het belangrijkste punt te bereiken: “Wat kan hij of zij doen in plaats van het niet wenselijk vertoonde gedrag.”

Deel dit artikel