Coach en vaste structuur? De waarde van loslaten en motivatie

10 februari 2017

Vooral in het hardlopen, van sprint tot marathon, ben je niets zonder een goed plan. Trainingsschema, voeding, stressoren; je houdt alles in de gaten. Zo ben je opgeleid. Want dat is de route naar succes. Het is niet altijd wat bij de sporter past.

Wie een plan heeft, heeft zijn doelen helder. Dan is de stap naar verwezenlijking niet iets vaags maar haalbaar. Totdat je merkt dat je langs de kant staat te gillen dat het harder kan. Dat die techniek echt anders moet. Je geeft weer een pep talk. Helaas, het werkt niet meer. Die brok energie die je altijd zo mooi doorgeeft, lijkt niet meer de gouden pil. Dat is het ook niet meer. Ook al hebben veel consumenten het beeld van de moed insprekende coach, dat is maar een klein deel van het vak.

De andere zijde van je atleten moet je ontdekken. Pure energie doorgeven en alsmaar blijven motiveren is niet de oplossing die voor iedereen geldt. Dat is voor sommige trainers en coaches even wennen.

Basis: intrinsiek of niet?

Eerst vind je uit wat voor types je in je groep hebt. Komt 80% van de groep opdagen al voor de training en staan ze handenwringend langs de kant ‘zo we gaan er weer tegenaan’. Dat is al heel anders dan de laatkomers die je bijna aan de haren bij de training moet slepen. Zijn mensen intrinsiek gemotiveerd of is het bijna afwezig? Dat is al een belangrijke basis.

Meestal zit je boven het gemiddelde als het gaat om motivatie bij hardlopers. Dat is fijn, dat maakt het vak interessanter. Dan heb je mensen die ook gevormd willen worden. Die kennis willen opsnuiven.

Wat zijn de factoren?

Toch raken mensen door heel veel verschillende factoren gemotiveerd. Soms kun je dat achterhalen. Dat kan bijvoorbeeld op deze drie manieren:

  1. Vraag halverwege een training aan leden wat zij graag willen trainen. Welke onderdelen zij graag willen versterken. Risico is dat de training op dat moment een bias oplevert. Ze neigen naar onderwerpen gerelateerd aan die training. Doordat ze al licht vermoeid zijn komt er wat makkelijker diepgewortelde voorkeur voor bepaalde trainingsonderdelen naar boven. Beoordeel hoeveel mogelijke bias in het antwoord zit en je komt dicht bij de waarheid.
  2. Geef de vrijheid. Voorbeeld: "Voor volgende week mogen jullie zelf de eerste helft van de training invullen. Wat willen jullie graag doen?" Dat levert een groepsproces op, daardoor ook gedeeltelijk ruis, maar ook onverwachte opmerkingen en onderwerpen.
  3. Stel de kritische vraag. "We doen mee aan wedstrijd X. Willen jullie eigenlijk daar aan mee doen en waarom?" Net die wedstrijd staat als een helder baken, het doel, al wekenlang in het schema en daardoor ook in het trainingsplan. Door het doel van dat plan even helemaal omver te gooien, krijg je reacties die goud waard zijn. Het zijn reacties die aangeven waarom hardlopers gemotiveerd zijn. Het zijn ook commentaren waarmee je je plan kunnen aanscherpen.

Met deze drie eenvoudige technieken krijg je informatie van zowel de gemotiveerde als de minder gemotiveerde hardloper. Kun je daar de gedeelde trainingsonderdelen uithalen dan kun je veel beter je plan aanpassen naar de groep en naar de individuen. Hoef je niet meer schreeuwend langs de kant je energie aan niets te verspillen. Kun je met meer zwijgzaamheid meer bereiken.

Met dat betere plan spreek je veel meer de intrinsieke motivatie aan. De sporter beleeft meer aan zijn sport en dat levert meestal een stevige portie motivatie op. Wie plezier in zijn sport heeft, wil meer.

Vertrouwen versterken

Laat dan wel aan je atleten weten dat je op hun input bouwt. Dat je rekening houdt met hun wensen en wat ze willen bereiken. Dit is je signaal dat je je sporters vertrouwt en om hun geeft. Een belangrijke band die het verbeteren van motivatie sterk kan ondersteunen.

Deel dit artikel