5 juli 2017 - Je kunt de magazines of websites openslaan en je vindt lange verhalen van topatleten die week in week uit heel veel kilometers maken. De ervaring van de leden van Hardlooptrainers Nederland is dat je hardlopers voor je hebt die meer variatie willen dan alleen kilometers stampen. Dat is ook een gezonde ontwikkeling. Coach op variatie en je hardlopers lopen met een blijer gevoel naar je trainingen.
De topsportverhalen zijn mooi voor de beeldvorming maar ze wijken af van wat de meeste hardlopers willen. Bijna iedere hardloper zou wel een gouden plak willen winnen in een Olympische marathon maar daarvoor ontbreken vaak een aantal factoren. Onder meer de factor tijd. Die is nodig om die eindeloze hoeveelheid trainingskilometers te maken. De meeste recreanten zijn zeker ambitieus maar willen niet gewoon rondstampen. De huidige hardloper wil variatie, gezondheid en er moet wat te kiezen zijn. Hoe kun je dat doen als trainer?
Trainen is mensenwerk
De eerste factor om mensen aan het hardlopen te binden: mensen. De groep speelt in hoge mate mee of mensen blijven komen naar je trainingen. Hoe leuker de groep, hoe beter dat is voor je trainingen. Mensen willen met mensen trainen. Het contact zorgt voor de stimulans om beter te sporten en om te blijven sporten.
Test: voordelen van looptechniek
Zet daarom regelmatig kleine testjes uit waarin mensen onderling de strijd aangaan. Let dan zeker op het punt dat het niet altijd gaat om snelheid. Vooral technische uitdagingen lenen zich er voor om te laten voelen hoe goed een hardloper een beweging uitvoert. Je kunt bijvoorbeeld twee tot drie mensen koppelen aan een looptechnische oefening. Zodra die is uitgevoerd schuif je dit trio door naar de volgende challenge. Mensen kijken en vergelijken. Beweegt de een beter dan de andere en hoe kan dat? Dat effect kun je positief uitbouwen in je trainingen.
Eindtijd en leervermogen
Heb je een ambitieuze groep, stel dan een duidelijke eindtijd. Dan voorkom je dat de fanatiekelingen zich niets aantrekken van het feit dat je een volgend onderdeel in je training wil starten. Met technische uitdagingen test je meteen het leervermogen van je groep. Dat valt minder goed waar te nemen met uitdagingen die draaien om snelheid.
Gelijkwaardig of juist verschillend niveau
Je kunt er als trainer voor kiezen om gelijkwaardige lopers bij elkaar te zetten. Soms pakt het op het gebied van coaching en ontwikkeling heel goed uit als juist niet de gelijkwaardige sporters bij elkaar zet maar de duo’s of trio’s mixt.
Welke grond?
Hardlopers zijn door de zwaartekracht verbonden met de grond. De variatie in ondergrond kan al genoeg zijn voor een hele andere ervaring van de training. Atletiekbaan of bospad, de trainingssnelheid is misschien hetzelfde, de ervaring is een enorm verschil. Zoek ook naar echte zandpaden of vraag bij de gemeente of er paden met houtsnippers zijn aangelegd. Die laatste geeft weer een heel ander gevoel.
Voorbeeld fartlektraining: Snelheid vs gevoel
Je kunt je hardlopers de ene week een fartlektraining geven op een stoepstenen ondergrond en een week later dezelfde training laten voelen op een bospad. De ervaring wat meer energie kost en wat, heel persoonlijk, fijner loopt zal zeker ter sprake komen als je vergelijkbare trainingen aanbiedt.
Net de keuze in ondergrond kan preventief werken in sportblessures. Met name de impact van het eigen gewicht kun je bij zachtere ondergronden verminderen. Let wel op, net bij zachte grasvelden is het risico op niet zichtbare kuilen groter dan bij een bospad.
Specifiek voor de wedstrijd
Voor de combinatie trainingen en doel is er nog een groot punt in je trainingen. Veel loopgroepen en clubs trainen voor bepaalde evenementen. Bekijk op welke soorten ondergrond deze evenementen plaatsvinden en gebruik dat in de variatie voor je trainingen. Nogal wat wegwedstrijden gaan over bruggen terwijl de meeste lopers zelf altijd vlakke trainingsrondes uitzoeken. Veel wegwedstrijden gaan over meerdere soorten terrein zoals asfalt en zand, denk aan de Runner’s World Zandvoort Circuit Run (zie de foto). De afwisseling maakt trainingen leuk en je kunt de lopers ook beter begeleiden in de aanloop naar evenementen.
Foto: Runner’s World Zandvoort Circuit Run 2017. Met dank aan Le Champion
Trainen is mensenwerk
De eerste factor om mensen aan het hardlopen te binden: mensen. De groep speelt in hoge mate mee of mensen blijven komen naar je trainingen. Hoe leuker de groep, hoe beter dat is voor je trainingen. Mensen willen met mensen trainen. Het contact zorgt voor de stimulans om beter te sporten en om te blijven sporten.
Test: voordelen van looptechniek
Zet daarom regelmatig kleine testjes uit waarin mensen onderling de strijd aangaan. Let dan zeker op het punt dat het niet altijd gaat om snelheid. Vooral technische uitdagingen lenen zich er voor om te laten voelen hoe goed een hardloper een beweging uitvoert. Je kunt bijvoorbeeld twee tot drie mensen koppelen aan een looptechnische oefening. Zodra die is uitgevoerd schuif je dit trio door naar de volgende challenge. Mensen kijken en vergelijken. Beweegt de een beter dan de andere en hoe kan dat? Dat effect kun je positief uitbouwen in je trainingen.
Eindtijd en leervermogen
Heb je een ambitieuze groep, stel dan een duidelijke eindtijd. Dan voorkom je dat de fanatiekelingen zich niets aantrekken van het feit dat je een volgend onderdeel in je training wil starten. Met technische uitdagingen test je meteen het leervermogen van je groep. Dat valt minder goed waar te nemen met uitdagingen die draaien om snelheid.
Gelijkwaardig of juist verschillend niveau
Je kunt er als trainer voor kiezen om gelijkwaardige lopers bij elkaar te zetten. Soms pakt het op het gebied van coaching en ontwikkeling heel goed uit als juist niet de gelijkwaardige sporters bij elkaar zet maar de duo’s of trio’s mixt.
Welke grond?
Hardlopers zijn door de zwaartekracht verbonden met de grond. De variatie in ondergrond kan al genoeg zijn voor een hele andere ervaring van de training. Atletiekbaan of bospad, de trainingssnelheid is misschien hetzelfde, de ervaring is een enorm verschil. Zoek ook naar echte zandpaden of vraag bij de gemeente of er paden met houtsnippers zijn aangelegd. Die laatste geeft weer een heel ander gevoel.
Voorbeeld fartlektraining: Snelheid vs gevoel
Je kunt je hardlopers de ene week een fartlektraining geven op een stoepstenen ondergrond en een week later dezelfde training laten voelen op een bospad. De ervaring wat meer energie kost en wat, heel persoonlijk, fijner loopt zal zeker ter sprake komen als je vergelijkbare trainingen aanbiedt.
Net de keuze in ondergrond kan preventief werken in sportblessures. Met name de impact van het eigen gewicht kun je bij zachtere ondergronden verminderen. Let wel op, net bij zachte grasvelden is het risico op niet zichtbare kuilen groter dan bij een bospad.
Specifiek voor de wedstrijd
Voor de combinatie trainingen en doel is er nog een groot punt in je trainingen. Veel loopgroepen en clubs trainen voor bepaalde evenementen. Bekijk op welke soorten ondergrond deze evenementen plaatsvinden en gebruik dat in de variatie voor je trainingen. Nogal wat wegwedstrijden gaan over bruggen terwijl de meeste lopers zelf altijd vlakke trainingsrondes uitzoeken. Veel wegwedstrijden gaan over meerdere soorten terrein zoals asfalt en zand, denk aan de Runner’s World Zandvoort Circuit Run (zie de foto). De afwisseling maakt trainingen leuk en je kunt de lopers ook beter begeleiden in de aanloop naar evenementen.
Foto: Runner’s World Zandvoort Circuit Run 2017. Met dank aan Le Champion