26 januari 2018 - Je kunt in de ogen van je hardlopers hard door de mand vallen. Bij hardlopers heerst het beeld dat als je maar goed genoeg doet wat de trainer doet, je ook zo perfect wordt. Dat voelt al wat ongemakkelijk. Laten we daarom die mythe van het goed nadoen ombuigen.
Beeldvorming: de ideale trainer
Van goed kijken en nadoen naar de ontwikkeling van de perfecte hardloper, dat bestaat niet. Iedere trainer is maar een mens. Al heb je heel veel certificaten aan de muur hangen en punten voor bijscholing behaald, je bent geen wonder. Je weet heel veel van hardlopen maar daarmee ben je zelf geen perfecte hardloper. Als je al jaren voor groepen staat kun je deze fase van beeldvorming bij hardlopers wel eens vergeten. Toch moet je daar wel aan sleutelen. Je komt namelijk verder met de ontwikkeling van de hardloper als je de mythe van het goed nadoen ombuigt.
Van nadoen naar verbeteren
Als je de aanpak verandert van nadoen voor perfectie naar verbeteren ben je er bijna. De perfecte atleet moet waarschijnlijk nog geboren worden. Zelfs op Usain Bolt, Mo Farah en Abdi Nageeye kun je als trainer nog wel wat aanmerken. Het is een levenslange zoektocht naar verbeteren, veranderen en weer verbeteren. De perfectie is mooi om na te streven maar je zal het bijna niet aanraken. Heel soms kunnen sommige hardlopers even de perfectie aantippen, even voelen. Het zal ook al snel weer verdwijnen. De mens verandert voortdurend en dat brengt ook met zich mee dat je de perfectie niet vast kunt houden. Daarom train je ook, voor het vasthouden van je niveau en het zoeken naar verbeteringen. Zoek niet naar perfectie met je hardlopers maar naar verbeteringen.
Je maakt het verschil: beloon de verbetering
Hoe klein ook, vier die verbeteringen. Lukt het om de ideale pasfrequentie lang vol te houden? High five. Krijg je eindelijk dat stuiteren eruit waardoor je meer voorwaartse snelheid ontwikkelt? High en low five. Vier die kleine dingen want dan laat je als trainer merken dat het echt verbeteringen zijn. Een hardloper ziet dat niet meteen, jij als trainer weet dat wel. Het is je taak als trainer en coach om duidelijk te maken wanneer de verbetering is bereikt.
Wil je als trainer meer bereiken in verbeterpunten? Let dan op deze 3 punten:
Lichaam: brein verbinding: Kijk hoe iemand beweegt en hoe hij daarover denkt en praat. Begin bij de basisbewegingen. Als de basis goed zit kun je door naar bijzondere oefeningen, bijvoorbeeld ingewikkelde looptechnische oefeningen.
Wat is de beperking?: Je kan er als trainer vaak ook niet meteen het exacte antwoord op geven waarom iemand niet meteen na tips en oefeningen beter loopt. Kijk dan naar de beperkende factor. Je bent als persoon meestal ingesteld in hoe je iets voor elkaar krijgt. Kijk nu even naar waarom iets niet lukt.
Leercurve: Geef je hardloper ook de tijd om te leren. Je kunt niet opeens met kennis en tips een oefening of een beweging verbeteren. Je moet ook faaltijd incalculeren. Of anders gezegd, tijd om te spelen om de weg omhoog op de leercurve te vinden. Dit is de fase waarin je als trainer heel veel communicatie met lichaamstaal geeft. Zorg dat die ook positief is. Lach om de kleine mislukkingen. Zie de humor in van het proces om te verbeteren waarbij je eerst een dip meemaakt voordat de kennis en de oefeningen hun waarde laten zien.
Jouw waarde als trainer: creativiteit
Je hebt als trainer en coach heel veel invloed op ‘lichaam, beperking en leercurve’. Waar jij bijstaat zal je ook beïnvloeden. Gebruik je eigen bewustzijn over deze situatie en je creativiteit want er zijn geen twee hardlopers gelijk. Iedereen leert op zijn eigen wijze.