Van trainer tot topsporttrainer in 3 punten

23 februari 2018

23 februari 2018 - Het is er door, 10 miljoen euro extra gaat naar de topsport, werd gister door minister Bruins bekendgemaakt. De trainer krijgt veel meer aandacht in de visie achter het beleidsstuk. Er komt meer geld beschikbaar voor sporters om zich door trainers en experts te laten begeleiden. Ook de opleidingen voor trainers om door te groeien naar het hoogste niveau moeten makkelijker bereikbaar worden. Hoe maak je van een trainer een topsporttrainer? We zetten alvast 3 prominente punten op een rij.

1 - Goed beslissen van micro tot macro

Het klinkt zo eenvoudig, je moet als trainer van micro niveau in de training tot de macro trainingscycli de beste beslissingen nemen. In de 10 miljoen zit ook budget om veel meer te doen met datamanagement. Je kunt wel aanvoelen dat het niet alleen gaat om het bijhouden van blessures en voeding in dossiers. Steeds vaker hangt de ontwikkeling van de sport af van meetbare parameters die je als trainer gebruikt voor trainingen. Was het eerst nog het sporthorloge met snelheid en afstand, nu gaan de ontwikkelingen razendsnel met power meters, sensoren die techniek meten en registratie van de balans tussen intensiteit en rust. Coaches en trainers die voorheen niets met technologie wilden doen zullen wel moeten om in de top te komen omdat ook het buitenland nieuwe technieken volop omarmt. Gedetailleerde kennis van het menselijk lichaam is hard nodig. Op basis van dossier en data kun je waarschijnlijk betere beslissingen nemen. Dat geldt zowel voor het micro als voor het macroniveau. Je zoekt tenslotte naar winst per training terwijl dat ambitieuze doelen op de lange termijn niet nadelig beïnvloedt. Een blok met intensieve trainingen kan op korte termijn winst opleveren maar het kan op lange termijn deelname aan de Olympische Spelen benadelen. De minister wil net met het verbeteren van het klimaat voor trainers nog meer plakken binnenhalen op het mondiale toneel. Het zal steeds meer gaan over informatie en hoe je als trainer op basis daarvan beslissingen neemt.

2 - Leef je in

Dat klinkt allemaal als een sommetje, data verzamelen en trainingsschema’s aanpassen. Je weet de parameters, de dossiers van je sporters en op basis daarvan maak je een weekschema met kilometers, krachttraining, ontspanning en intensieve trainingen. Wat getallen niet doen is het inleven in de sporter. Net de emotie kan op de grote momenten, denk aan kwalificaties, grote internationale wedstrijden of de Spelen, de doorslag geven. Zoveel als afhangt in het hardlopen van de opbouw, net zoveel waarde heeft de mentale invloed op het behalen van eremetaal. Jij ziet en voelt wat een atleet kan maar ook welke emoties daarbij loskomen. Hoe is hij of zij onder een hoge trainingsbelasting? Wat doet de menselijke geest op de piekspanning van een groot toernooi? Dan komt daar voor jou uit wat je in alle voorbereiding moet trainen, oefenen en bepraten om op de beslissende momenten te winnen. Want daar gaat het om bij topsport, het spel om voor goud te gaan.

3 - Alles zit in het detail

Coaches en trainers die de top behalen beheersen de kunst om de basis perfect over te brengen maar tegelijkertijd zijn ze met de details bezig. Je bent als toptrainer nieuwsgierig naar reactietijden. Is je loper beweeglijker geworden, of is daarbij teveel kracht ingeleverd? Je wil zelfs de kleinste verandering in de houding van de hardloper bijhouden. Als je daar wat verbetert kan dat op een 5 of 10 kilometer zomaar seconden winst opleveren. Misschien wel tijd die andere coaches in het buitenland niet in de gaten hebben.

Op het hoogste niveau wordt ook wel eens wat verzwegen omdat atleten zichzelf altijd tot de grens duwen. Dat ene pijntje wordt even niet gedeeld met de trainer omdat de angst er diep van binnen zit dat er niet genoeg getraind wordt. Die minder leuke details in het trainingsproces moet je toch zien, horen of voelen. Dan krijg je te maken met ontwijkingsgedrag voor slimme constructieve trainingsaanpassingen. Je moet je inleven en de atleet kunnen en durven aanpakken. Soms moet je iets laten zitten omdat je op dat moment de strijd niet kunt winnen. De details gaan nog meer spelen nu zo veel met sensoren te meten is. Die enorme drive om tot op het kleinste niveau te kijken, hoort ook bij een toptrainer.

Foto met dank aan NN Marathon Rotterdam.

Deel dit artikel