Coaching: de onverwachte positieve wending

18 mei 2018

18 mei 2018 - Je bent hardlooptrainer maar bij iedere training ben je vaak meer een coach dan de trainer. Daarom een minicursus coaching met daarbij twee essentiële vragen voor de sportcoach en hoe je met de derde stap tot oplossingen komt. Dat zijn vragen die je in je opleiding niet kreeg maar waar al je hardlopers wel mee bezig zijn.

Als op sport en prestatie gerichte coach hoef je niet meteen in alle zieleroerselen van je atleten te duiken. Daar wil je waarschijnlijk helemaal niet mee bezig zijn. Toch moet je dat wel doen. Als je weet wie en wat iemand vormt dan kun je hem of haar beter de intrinsieke motivatie tot de sport laten gebruiken. Stel een tweetal relatief eenvoudige vragen en je kunt actiegericht problemen oplossen.

1 - Wat voelde als succes?

Al je lopers, onafhankelijk van hun niveau, hebben ervaringen met het hardlopen opgedaan die zij als succesvol ervaren. Dat kan tijd x zijn over bijvoorbeeld een tien kilometer. Het kan ook de overstap zijn van een afstand naar een halve marathon, hele of een trail. Als je lopers succes willen ervaren bij een nieuwe uitdaging vraag dan wat in het verleden voor hen succes bracht in het hardlopen. Als je daar naar vraagt kun je de vergelijking maken tussen de herinnering en de situatie op dit moment. Het kan in ieder geval inzichten opleveren, en als het mee zit ook nog perspectieven voor oplossingen. Vraag altijd naar omstandigheden van het oude succes. Een tijd van een uitslag geeft je namelijk nog geen informatie hoe je het kunt aanpakken. Omstandigheden, trainingsuren, ondersteuning vanuit club, andere lopers en familie, geven je dat als trainer wel.

2 – Het ideale plaatje in de nabije toekomst?

Maar dan ben je vaak nog niet meteen bij een oplossing of meerdere oplossingen. Vraag daarom door. Hoe zie je idealiter de toekomst nu je een nieuwe uitdaging hebt met hardlopen? Nu is het tijd om te luisteren. Moedig je hardloper aan om zo beeldend en helder mogelijk de gewenste situatie te schetsen. Zorg er voor dat het gaat leven en leg daar niet meteen grenzen op. Elementen als: “Hoe ziet dat er uit”, “wat betekent dat voor je mentale ontwikkeling”, “Hoe zie je de veranderingen”. Hoe levendiger de beschrijving wordt, hoe beter. Het kan zijn dat dit niet in één gesprek goed naar voren komt. Je kunt het ook over meerdere gesprekken opsplitsen zodat de loper de tijd krijgt om er een nog betere voorstelling van te maken.

Als een hardloper zijn record op bijvoorbeeld de halve marathon wil verbeteren dan kun je niet bij vraag 1 blijven hangen. Je weet namelijk wat je krijgt, waarschijnlijk dezelfde prestatie, en daarom is de tweede vraag in de sport belangrijk. Vraag daarom door naar de veranderingen die optreden in vergelijking met de antwoorden op de eerste vraag. Je bent dan op de goede weg voor een goed coachingstraject.

3 – Visie trainer en oplossingen formuleren

De derde vraag is of jij als coach nu je visie mag delen. Je gebruikt de antwoorden van 1 en 2 maar je gaat de oplossingen opnieuw formuleren en gebruikt daarbij ook je kennis als hardlooptrainer en je kennis van deze atleet. Vaak zal een hardloper zelf niet meteen de oplossing zien voor problemen. Als je de vragen en antwoorden opnieuw formuleert krijg je andere perspectieven en kun je peilen of je hardloper het eens is met de nieuwe visie. Dan kom je los van alleen het standaard ‘een snellere tijd op afstand X’, of ‘meer afvallen dan eerder’. Door de levendige beschrijvingen, de herformulering en je kennis kom je tot oplossingen. Maatwerk waardoor je direct de intrinsieke motivatie van de sporter aanspreekt. Nu zien jullie beiden de toekomst anders en dat zet mentaal de deur open om de uitdaging aan te gaan. Vaak is dat voor een hardloper een onverwachte positieve wending.

Deel dit artikel